Erfgoed

Het nieuwe onroerend erfgoeddecreet en de positie van KVNS

Sinds 2015 is het nieuwe onroerend erfgoeddecreet van toepassing. Hiermee werd de wetgeving met betrekking tot “landschappen”, “archeologie” en “onroerend erfgoed” in één decreet gegoten, waar het voordien om drie afzonderlijke decreten ging.

Vooral met het “Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de uitvoering van het Onroerend erfgoeddecreet”, dat de uitvoering van het OE-decreet regelt, werden voor verenigingen nieuwe perspectieven geopend. In de definities wordt een kleinschalige vereniging nader gespecificeerd: een vereniging waar minder dan tien personen werken en waarvan de omzet of het jaarlijkse balanstotaal in het boekjaar dat voorafgaat aan het boekjaar waarin de premie wordt aangevraagd, niet meer dan vijf miljoen euro bedraagt (art. 2.2). KVNS voldoet aan deze criteria.

Verenigingen kunnen nu premies bekomen voor beheersmaatregelen, werkzaamheden of diensten aan onroerende goederen of erfgoedlandschappen die uitgevoerd worden door of in opdracht van verenigingen die het herstel en het beheer van een beschermd goed of erfgoedlandschap tot doel hebben, als het beheer over de onroerende goederen in kwestie voor een periode van minstens vijf jaar schriftelijk eraan is toegewezen (art. 11.1.1). De doelstellingen van de KVNS beantwoorden hieraan.

In het nieuwe Besluit zijn ook ondersteunende maatregelen voorzien om het vrijwilligerswerk te bevorderen. Om namelijk als gemeente een erkenning als “onroerend erfgoedgemeente” te bekomen, moet ze aantonen dat de vrijwilligerswerking, die zich inzet voor het duurzame behoud en beheer en voor de ontsluiting van het onroerend erfgoed op haar grondgebied, ondersteunt en acties neemt om een lokaal draagvlak voor de onroerend erfgoedzorg te creëren (art. 3.2.1).

Hetzelfde geldt om een erkenning als intergemeentelijke onroerend erfgoeddienst (IOED) te bekomen. het intergemeentelijk samenwerkingsverband moet de vrijwilligerswerking ondersteunen die zich inzet voor het duurzame behoud en beheer en voor de ontsluiting van het onroerend erfgoed op zijn grondgebied en neemt acties om een lokaal draagvlak voor de onroerend erfgoedzorg te creëren (art. 3.2.2, 3°).

Het intergemeentelijk samenwerkingsverband beschikt over voldoende expertise om het onroerend erfgoedbeleidsplan uit te voeren en bouwt met het oog op expertiseverwerving een consultatienetwerk uit met alle diensten en organisaties die betrokken zijn bij de zorg voor het onroerend erfgoed (art. 3.2.2, 4°).

Inmiddels zijn in Vlaanderen 23 IOED’s door de Vlaamse overheid erkend. IGEMO is er een van; haar werkingsgebied zijn de gemeenten Berlaar, Bonheiden, Bornem, Duffel, Putte, Puurs-Sint-Amands, Sint-Katelijne-Waver en Willebroek en de steden Mechelen en Lier. De voorzitter van de KVNS had op 2 juli 2019 een kennismakingsgesprek met Sebastiaan Goovaerts, projectmedewerker bij de IOED IGEMO.

In november (2019) strijken in Sint-Katelijne-Waver, Puurs-Sint-Amands, Bornem en Willebroek verschillende erfgoedcafés neer. Het concept: brainstormen over cultuur erfgoed tussen pot en pint. Op 14 november is het de beurt aan Puurs-Sint-Amands om een erfgoedcafé te organiseren. Dit gaat door van 19 tot 22 uur door in het Fort van Liezele. KVNS zal er zeker aan deelnemen.

De IOED IGEMO startte dit jaar naar het voorbeeld van andere IOED’s en dit in opdracht van de gemeenten met de voorbereidingen om een culturele erfgoedcel op te richten. Waar de IOED zich richt op onroerend erfgoed (gebouwen, landschappen en archeologie), focust de culturele erfgoedcel vooral op roerend en immaterieel erfgoed. De voorbereidingen tot een culturele erfgoedcel focussen zich vooral op participatie met erfgoedverenigingen, musea en de brede bevolking. Om de oprichting van een culturele erfgoedcel voor te bereiden, werd gepolst naar de noden, wensen, visies en ambities van de talrijke erfgoedverenigingen binnen de gemeente. Participatie vormt bij de voorbereidingen het belangrijkste onderwerp. De voorzitter van de KVNS had hierover een gesprek met de projectverantwoordelijke van IGEMO.

Recente bezwaarschriften van de kvns

De kolenwasserij op de mijnsite van beringen

Op 14 maart 2019 schreef de KVNS het hierna volgende bezwaarschrift tegen de voorlopige gedeeltelijke opheffing van het ministerieel besluit van 19 december 1994 “houdende de bescherming van de indikkers en toebehoren en de kolenwasserij en -zeverij inclusief toebehoren van de mijnsite van Beringen”.

De volledige brief kan u hier bekijken.

Bezwaarschrift tegen de afbraak van een historische steenbakkerij in ninove

Op 26 augustus 2019 schreef de voorzitter van de KVNS in naam van een aantal architecten-restauratiedeskundigen een bezwaarschrift tegen de geplande afbraak van de historisch belangrijke, nog steeds werkende steenbakkerij Hove in Ninove. Hierna volgt de volledige brief, gericht aan de heer Koen Van den Heuvel, Vlaams minister van Omgeving, en aan de Gewestelijke Omgevingscommissie, met kopie aan het kabinet van minister Ben Weyts, bevoegd voor Onroerend Erfgoed.